HOME • OPDRACHTTOEWIJZING • INSPRAAK VERSUS AFSPRAAK
Opdrachttoewijzing is complex. Een directie moet met veel zaken rekening houden zoals vaste benoeming, bekwaamheidsbewijzen… Het is dan ook niet altijd gemakkelijk om rekening te houden met de individuele noden/wensen van leerkrachten én het strategisch beleid van de school. Binnen onderstaand voorbeeld probeert de directie oog te hebben voor beide aspecten.
De directeur in een Oost-Vlaamse secundaire school stelt een aantal leidende principes voorop die zij belangrijk vindt bij opdrachttoewijzing in de school. Deze leidende principes zijn gerelateerd aan de strategische prioriteiten van de school: een eerlijke werkverdeling, multi-inzetbaarheid van leerkrachten en inzetten op samenwerking.
Voor beslissingen omtrent opdrachttoewijzing, treedt de directeur ook in overleg met de betrokken leerkrachten. Ze geeft hen inspraak, wat de leerkrachten erg tevreden stelt. Meer specifiek is er enerzijds een desiderataformulier waarop leerkrachten bepaalde zaken kunnen aangeven mits rekening te houden met de leidende principes, anderzijds gaat ze in gesprek met mensen. Soms legt de directie ook beslissingen voor aan de groep leerkrachten (bv. de vakgroep) zodat zij samen
een voorstel kunnen uitwerken waarin iedereen zich kan vinden. Zij geven hierbij ook aan dat hun voorstel meestal wordt gevolgd.
In een OBPWO-onderzoek is tevens bevraagd of leerkrachten vinden dat er voldoende rekening wordt gehouden met hun voorkeuren bij het verdelen van de opdrachten, maar ook of ze voldoende inspraak krijgen. Leerkrachten basisonderwijs geven aan dat er rekening wordt gehouden met hun voorkeur bij het verdelen van de opdrachten. Ze vinden dat ze hun opinie en gedachten kwijt kunnen en dat ze invloed hebben op de uitkomst van hun opdrachttoewijzing. Verder zijn ze het ook eens
met de stelling dat ze kunnen protesteren tegen de opdracht die ze kregen toegewezen. Daarnaast valt het op dat ze niet van mening zijn dat leerkrachten die reeds langer op de school werken, meer inspraak krijgen bij het toewijzen van opdrachten.
De bevraagde leerkrachten secundair onderwijs bevestigen ook dat er enigszins rekening wordt gehouden met hun voorkeuren, zij het wel minder in vergelijking met de leerkrachten basisonderwijs. Verder zijn ze het noch eens noch oneens met de stelling dat ze hun opinie en gedachten kwijt kunnen tijdens het verdelen van de opdrachten en dat ze kunnen protesteren tegen de opdracht die ze krijgen. Leerkrachten blijven ook neutraal over de stelling dat leerkrachten die langer op de school werken, meer inspraak krijgen bij het toewijzen van leerkrachten. De stelling wordt dus niet ontkracht. Daarnaast zijn leerkrachten het eerder oneens met de stelling dat ze invloed hebben op de uitkomst van hun opdrachttoewijzing.